From b86570f63e533abcbcb97c2572e0e5732a96307b Mon Sep 17 00:00:00 2001 From: Daniel Baumann Date: Sat, 27 Apr 2024 11:40:31 +0200 Subject: Adding upstream version 1.20.13. Signed-off-by: Daniel Baumann --- man/nl/dpkg-source.pod | 1017 ++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++ 1 file changed, 1017 insertions(+) create mode 100644 man/nl/dpkg-source.pod (limited to 'man/nl/dpkg-source.pod') diff --git a/man/nl/dpkg-source.pod b/man/nl/dpkg-source.pod new file mode 100644 index 0000000..388a72c --- /dev/null +++ b/man/nl/dpkg-source.pod @@ -0,0 +1,1017 @@ + + ***************************************************** + * GENERATED FILE, DO NOT EDIT * + * THIS IS NO SOURCE FILE, BUT RESULT OF COMPILATION * + ***************************************************** + +This file was generated by po4a(7). Do not store it (in VCS, for example), +but store the PO file used as source file by po4a-translate. + +In fact, consider this as a binary, and the PO file as a regular .c file: +If the PO get lost, keeping this translation up-to-date will be harder. + +=encoding UTF-8 + +=head1 NAAM + +dpkg-source - gereedschap voor het manipuleren van een Debian broncodepakket +(.dsc) + +=head1 OVERZICHT + +B [I...] I + +=head1 BESCHRIJVING + +B pakt Debian broncodearchieven in en uit. + +Bij geen enkel van deze commando's is het toegelaten om meerdere opties tot +één enkele optie te combineren of de waarde van een optie via een apart +argument op te geven. + +=head1 COMMANDO'S + +=over + +=item B<-x>, B<--extract> I.dsc [I] + +Een broncodepakket extraheren (B<--extract> sinds dpkg 1.17.14). Er moet één +argument dat geen optie is, opgegeven worden, namelijk de naam van het +controlebestand (B<.dsc>) van de Debian broncode. Facultatief kan een tweede +argument dat geen optie is, opgegeven worden om de map op te geven waarin +het pakket geëxtraheerd moet worden. Die mag nog niet bestaan. Indien geen +uitvoermap opgegeven werd, zal het broncodepakket uitgepakt worden in een +map met als naam I-I, die onder de huidige werkmap ligt. + +B zal uit het controlebestand de namen van de andere bestanden +lezen die samen het broncodepakket vormen. Er wordt van uitgegaan dat ze +zich in dezelfde map bevinden als het B<.dsc>-bestand. + +De permissies en het eigenaarschap van de bestanden uit het geëxtraheerde +pakket zullen zodanig ingesteld worden dat ze beantwoorden aan wat men zou +mogen verwachten mochten de bestanden en mappen gewoon aangemaakt zijn - +mappen en uitvoerbare bestanden zullen 0777 zijn en gewone bestanden 0666 en +beide zullen aangepast worden op basis van het umask van degene die het +pakket uitpakt. Indien de bovenliggende map setgid is, zullen de +geëxtraheerde mappen dat ook zijn en al de bestanden en mappen zullen dit +groepseigenaarschap overerven. + +Indien het broncodepakket een niet-standaardindeling gebruikt (momenteel +betekent dit alle indelingen behalve “1.0”), dan zal de naam ervan +opgeslagen worden in B, zodat standaard deze indeling +gebruikt wordt bij de volgende malen dat het broncodepakket gebouwd wordt. + +=item B<-b>, B<--build> I [I] + +Een broncodepakket bouwen (B<--build> sinds dpkg 1.17.14). Het eerste +argument dat geen optie is, wordt gebruikt als de naam van de map die de +voor Debian gereedgemaakte broncodeboom bevat (d.w.z. met een onderliggende +map debian en eventuele veranderingen aan de originele +bestanden). Afhankelijk van de broncodepakketindeling die men gebruikt om +het broncodepakket te bouwen, kunnen bijkomende parameters opgegeven worden. + +B zal het broncodepakket bouwen volgens de eerste indeling die +gevonden wordt in de hierna volgende geordende lijst: de indeling opgegeven +met de commandoregeloptie I<--format>, de indeling aangegeven in +B, “1.0”. Het terugvallen op “1.0” word afgeschaft en +zal op een bepaald moment in de toekomst weggelaten worden. U zou de +gewenste broncode-indeling steeds moeten documenteren in +B. Zie het onderdeel B voor een uitgebreide beschrijving van de verschillende +indelingen voor broncodepakketten. + +=item B<--print-format> I + +Weergeven welke indeling gebruikt zou worden om het broncodepakket te bouwen +indien B I aangeroepen werd (in dezelfde condities +en met dezelfde parameters; sinds dpkg 1.15.5). + +=item B<--before-build> I + +De overeenkomstige uitbreiding (hook) van de broncodepakketindeling +uitvoeren (sinds dpkg 1.15.8). Deze uitbreiding wordt telkens aangeroepen +voor het pakket gebouwd wordt (B roept ze zeer vroeg aan, +zelfs voor B). Dit commando is idempotent en kan +meermaals aangeroepen worden. Niet alle broncode-indelingen implementeren +iets in deze uitbreiding, en die welke dat wel doen bereiden gewoonlijk de +broncodeboom voor op het bouwproces, bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat +de Debian-patches toegepast worden. + +=item B<--after-build> I + +De overeenkomstige uitbreiding (hook) van de broncodepakketindeling +uitvoeren (sinds dpkg 1.15.8). Deze uitbreiding wordt telkens aangeroepen +nadat het pakket gebouwd werd (B roept ze als laatste +aan). Dit commando is idempotent en kan meermaals aangeroepen worden. Niet +alle broncode-indelingen implementeren iets in deze uitbreiding, en die +welke dat wel doen gebruiken ze gewoonlijk om ongedaan te maken wat +B<--before-build> gedaan heeft. + +=item B<--commit> [I] ... + +Veranderingen optekenen in de broncodeboom die in I uitgepakt werd +(sinds dpkg 1.16.1). Aan dit commando kunnen afhankelijk van de +broncode-indeling bijkomende parameters opgegeven worden. Het zal een +foutmelding geven bij indelingen waarvoor deze operatie geen betekenis +heeft. + +=item B<-?>, B<--help> + +De gebruiksaanwijzing tonen en afsluiten. Met de optie B<--format> kunnen de +indelingsspecifieke bouw- en extractie-opties getoond worden. + +=item B<--version> + +De versie tonen en afsluiten. + +=back + +=head1 OPTIES + +=head2 Generieke bouwopties + +=over + +=item B<-c>I + +Duidt aan wat het belangrijkste controlebestand van de broncode is waaruit +informatie gelezen moet worden. Standaard is dat B. Indien +het opgegeven wordt met een relatieve padnaam, dan wordt die geïnterpreteerd +te beginnen bij de basismap van de broncodeboom. + +=item B<-l>I + +Duidt het changelog-bestand aan waaruit informatie gelezen moet +worden. Standaard is dat B. Indien het opgegeven wordt met +een relatieve padnaam, dan wordt die geïnterpreteerd te beginnen bij de +basismap van de broncodeboom. + +=item B<-F>I + +Geeft de indeling van het bestand changelog aan. Zie +B(1) voor informatie over alternatieve indelingen. + +=item B<--format=>I + +De opgegeven indeling gebruiken om het broncodepakket te bouwen (sinds dpkg +1.14.17). Het vervangt een eventuele in B opgegeven +indeling. + +=item B<-V>IB<=>I + +Een uitvoersubstitutievariabele instellen. Zie B(5) voor een +bespreking van uitvoersubstitutie. + +=item B<-T>I + +Substitutievariabelen lezen uit I. De standaard is om +geen enkel bestand te lezen. Deze optie kan meermaals gebruikt worden om uit +verschillende bestanden substitutievariabelen te lezen (sinds dpkg 1.15.6). + +=item B<-D>IB<=>I + +Een uitvoerveld uit het control-bestand overschrijven of toevoegen. + +=item B<-U>I + +Een uitvoerveld uit het control-bestand verwijderen. + +=item B<-Z>I, B<--compression>=I + +Het compressieniveau aanduiden dat gebruikt wordt bij het maken van +tar-archieven en diff-bestanden (B<--compression> sinds dpkg 1.15.5). Merk +op dat deze optie niet tot effect heeft dat bestaande tar-archieven opnieuw +gecomprimeerd worden. Ze heeft enkel invloed op nieuwe +bestanden. Ondersteunde waarden zijn: I, I, I en +I. De standaardwaarde is I voor de indeling 2.0 en recentere +indelingen en I voor de indeling 1.0. I wordt enkel sinds dpkg +1.15.5 ondersteund. + +=item B<-z>I, B<--compression-level>=I + +Het te gebruiken compressieniveau (B<--compression-level> sinds dpkg +1.15.5). Zoals dit het geval is bij B<-Z>, beïnvloedt dit enkel nieuw +aangemaakte bestanden. Ondersteunde waarden zijn: I<1> tot I<9>, I, en +I. De standaardwaarde is I<9> voor gzip en bzip2, I<6> voor xz en +lzma. + +=item B<-i>[I], B<--diff-ignore>[=I] + +U kunt een perl reguliere expressie opgeven om bestanden die ermee +overeenkomen weg te houden uit de lijst bestanden waarover de gemaakte diff +(overzicht van ondergane wijzigingen) gaat (B<--diff-ignore> sinds dpkg +1.15.6). (Deze lijst wordt gegenereerd door een find-opdracht.) (Als het +broncodepakket gebouwd wordt als een versie 3 broncodepakket dat gebruik +maakt van een VCS (Version Control System - versiebeheersysteem), kan dit +gebruikt worden om niet-toegepaste wijzigingen aan specifieke bestanden te +laten negeren. Door -i.* te gebruiken zullen ze allemaal genegeerd worden.) + +De optie B<-i> zelf schakelt deze instelling in met een standaard reguliere +expressie (met behoud van eventuele wijzigingen aan de standaard reguliere +expressie onder invloed van een eerder gebruikt B<--extend-diff-ignore>) die +zorgt voor het uitfilteren van controlebestanden en -mappen van de meest +courante versiebeheersystemen, van back-upbestanden en wisselbestanden en +van bouwuitvoermappen van Libtool. Er kan slechts één reguliere expressie +actief zijn. Van meerdere B<-i>-opties zal enkel de laatste uitwerking +hebben. + +Dit is erg bruikbaar voor het wegknippen van vreemde bestanden die mee +opgenomen geraken in de diff, bijvoorbeeld als u de broncode onderhoudt in +een versiebeheersysteem en een werkkopie (checkout) wilt gebruiken om een +broncodepakket te bouwen, zonder dat daarin ook de extra bestanden en mappen +die ze meestal bevat (bijvoorbeeld CVS/, .cvsignore, .svn/), mee opgenomen +worden. De standaard reguliere expressie is reeds zeer exhaustief, maar +indien u ze moet vervangen, moet u ermee rekening houden dat ze standaard +een overeenkomst kan opleveren met elk onderdeel van een pad. Indien u dus +een overeenkomst zoekt met het begin van een bestandsnaam of enkel met +volledige bestandsnamen, zult u zelf de nodige ankers (bijvoorbeeld ‘(^|/)’, +‘($|/)’) moeten opgeven. + +=item B<--extend-diff-ignore>=I + +De opgegeven perl reguliere expressie breidt de standaardwaarde die door +B<--diff-ignore> gebruikt wordt, uit en de huidige waarde ervan als die +ingesteld werd (sinds dpkg 1.15.6). Het doet dit door “B<|>I” samen +te voegen met de bestaande waarde. Deze optie is handig om te gebruiken in +B om bepaalde automatisch gegenereerde bestanden uit +te sluiten bij het automatisch genereren van patches. + +=item B<-I>[I], B<--tar-ignore>[=I] + +Indien deze optie opgegeven werd, wordt het patroon doorgegeven aan de optie +B<--exclude> van B(1) wanneer dit commando ingeroepen wordt om een +bestand .orig.tar of .tar aan te maken (B<--tar-ignore> sinds dpkg +1.15.6). Bijvoorbeeld, B<-I>CVS zal tar CVS-mappen doen overslaan bij het +genereren van een .tar.gz-bestand. Deze optie kan meermaals herhaald worden +om meerdere patronen die uitgesloten moeten worden op te sommen. + +B<-I> zelf voegt standaard B<--exclude>-opties toe die zorgen voor het +uitfilteren van controlebestanden en -mappen van de meest courante +versiebeheersystemen, van back-upbestanden en wisselbestanden en van +bouwuitvoermappen van Libtool. + +=back + +B hoewel zij vergelijkbare bedoelingen hebben, hebben B<-i> en +B<-I> een heel verschillende syntaxis en semantiek. B<-i> kan slechts +eenmaal opgegeven worden en verwacht een reguliere expressie die +perl-compatibel is en die vergeleken wordt met het volledige relatieve pad +van elk bestand. B<-I> kan meermaals opgegeven worden en verwacht een +bestandsnaampatroon met shell-jokertekens. Het patroon wordt toegepast op +het volledige relatieve pad maar ook op elk individueel onderdeel van het +pad. De exacte semantiek van de optie B<--exclude> van tar is enigszins +gecompliceerd. Zie voor een volledige documentatie +L. + +De standaard reguliere expressies en patronen voor beide opties zijn te zien +in de uitvoer van het commando B<--help>. + +=head2 Generieke extractieopties + +=over + +=item B<--no-copy> + +De originele tar-archieven bij het geëxtraheerde broncodepakket niet +kopiëren (sinds dpkg 1.14.17). + +=item B<--no-check> + +Voor het uitpakken geen ondertekeningen en controlesommen controleren (sinds +dpkg 1.14.17). + +=item B<--no-overwrite-dir> + +De extractiemap niet overschrijven als ze al bestaat (sinds dpkg 1.18.8). + +=item B<--require-valid-signature> + +Weigeren het broncodepakket uit te pakken als het geen OpenPGP-ondertekening +bevat die kan gecontroleerd worden (sinds dpkg 1.15.0) met ofwel de +I-sleutelbos van de gebruiker, één van de +leveranciersspecifieke sleutelbossen of met één van de officiële +sleutelbossen van Debian (I, +I en +I). + +=item B<--require-strong-checksums> + +Weigeren het broncodepakket uit te pakken als het geen krachtige +controlesommen bevat (sinds dpkg 1.18.7). Momenteel is B de enige +gekende controlesom die als krachtig aanzien wordt. + +=item B<--ignore-bad-version> + +Als bij een controle het versienummer van het broncodepakket foutief blijkt +te zijn, maakt deze instelling dat de gegeven waarschuwing geen fataal +karakter heeft (sinds dpkg 1.17.7). Deze optie zou enkel nodig moeten zijn +bij het extraheren van oude broncodepakketten met een defecte versie om +neerwaartse compatibiliteit te verzekeren. + +=back + +=head1 INDELINGEN VAN BRONCODEPAKKETTEN + +Indien u niet weet welke indeling te kiezen voor de broncode, zou u wellicht +ofwel “3.0 (quilt)” of “3.0 (native)” moeten kiezen. Zie +L voor informatie over het in +gebruik nemen van deze indelingen binnen Debian. + +=head2 Indeling: 1.0 + +Een broncodepakket volgens deze indeling bestaat ofwel uit een +B<.orig.tar.gz> gekoppeld aan een B<.diff.gz> of één enkele B<.tar.gz> (in +dat geval wordt van het pakket gezegd dat het I (eigen - van +oorsprong van Debian) is). Optioneel mag bij het originele tar-archief een +afzonderlijke handtekening van de toeleveraar B<.orig.tar.gz.asc> gevoegd +zijn. De extractie ervan wordt ondersteund sinds dpkg 1.18.5. + +B + +Een Debian-eigen (native) pakket extraheren is een eenvoudige extractie van +het enige tar-archief in de doelmap. Een niet-eigen pakket extraheren +bestaat erin eerst het B<.orig.tar.gz> uit te pakken en er dan de patch uit +het bestand B<.diff.gz> op toe te passen. Voor alle bestanden waarop een +patch toegepast werd, wordt de tijdsaanduiding teruggezet op het tijdstip +van extraheren van het broncodepakket (dit vermijdt scheeftrekkingen van de +tijdsaanduiding wat tot problemen kan leiden wanneer automatisch +gegenereerde bestanden gepatcht worden). Het diff-bestand kan nieuwe +bestanden aanmaken (de volledige debian-map wordt op die manier aangemaakt), +maar kan geen bestanden verwijderen (lege bestanden blijven achter) en kan +geen symbolische koppelingen creëren of wijzigen. + +B + +Een Debian-eigen (native) pakket bouwen is gewoon een enkel tar-archief +maken met daarin de broncodemap. Een niet-eigen pakket bouwen bestaat uit +het extraheren van het originele tar-archief in een aparte map “.orig” en +het opnieuw aanmaken van het bestand B<.diff.gz> door de I van het +broncodepakket te vergelijken met de .orig-map. + +B + +Indien een tweede argument opgegeven wordt dat geen optie is, moet het de +naam van de originele broncodemap zijn of van het tar-archief of een lege +tekenreeks als het pakket Debian-specifiek is en dus geen diffs bevat in +verband met de debianisering. Indien geen tweede argument opgegeven werd, +zal B zoeken naar het tar-bestand met de originele broncode +IB<_>IB<.orig.tar.gz> of naar de map met de +originele broncode IB<.orig>, afhankelijk van de argumenten B<-sX>. + +B<-sa>, B<-sp>, B<-sk>, B<-su> en B<-sr> zullen geen bestaande tar-bestanden +of -mappen overschrijven. Indien dat wel gewenst wordt, dan moeten in de +plaats daarvan B<-sA>, B<-sP>, B<-sK>, B<-sU> en B<-sR> gebruikt worden. + +=over + +=item B<-sk> + +Geeft aan dat verwacht mag worden dat de originele broncode in de vorm van +een tar-bestand kan aangetroffen worden, wat standaard +IB<_>IB<.orig.tar.>I is. Het zal deze +originele broncode als een tar-bestand laten staan of ze naar de huidige map +kopiëren als ze zich daar nog niet bevindt. Het tar-archief zal uitgepakt +worden in IB<.orig> met het oog op het genereren van het diff-bestand. + +=item B<-sp> + +Zoals B<-sk> maar dit zal naderhand de map weer verwijderen. + +=item B<-su> + +Geeft aan dat verwacht mag worden dat de originele broncode in de vorm van +een map kan aangetroffen worden, wat standaard +IB<->IB<.orig> is, en B zal er een +nieuw archief met de originele broncode mee maken. + +=item B<-sr> + +Zoals B<-su>, maar het zal die map na gebruik verwijderen. + +=item B<-ss> + +Geeft aan dat de originele broncode zowel als een map als in de vorm van een +tar-bestand te vinden is. B zal de map gebruiken om het +diff-bestand te creëren, maar het tar-bestand om het B<.dsc>-bestand te +maken. Gebruik deze optie met zorg - indien de map en het tar-bestand niet +overeenkomen zal er een slecht broncodearchief gegenereerd worden. + +=item B<-sn> + +Geeft aan dat er niet naar een originele broncode gezocht moet worden en dat +er geen diff-bestand aangemaakt moet worden. Als er een tweede argument +opgegeven wordt, moet het de lege tekenreeks zijn. Dit wordt gebruikt voor +Debian-specifieke pakketten die geen afzonderlijke toeleveraarsbroncode +hebben en om die reden ook geen debianiserings-diffs. + +=item B<-sa> of B<-sA> + +Geeft aan dat naar de originele broncode gezocht moet worden in de vorm van +een tar-bestand of een map. Als er een tweede argument opgegeven wordt, mag +dat een van die twee zijn of een lege tekenreeks (dit is het equivalent voor +het gebruik van B<-sn>). Indien er een tar-bestand gevonden wordt, zal het +dat uitpakken om het diff-bestand aan te maken en het daarna verwijderen +(dit is het equivalent voor B<-sp>). Indien een map aangetroffen wordt, zal +het die inpakken om de originele broncode te creëren en ze vervolgens +verwijderen (dit is het equivalent voor B<-sr>). Indien geen van beide +gevonden wordt, zal het aannemen dat het pakket geen debianiserings-diffs +heeft, maar enkel een eenvoudig broncodearchief (dit is het equivalent voor +B<-sn>). Indien beide aangetroffen worden, dan zal B de map +negeren, en ze overschrijven als B<-sA> opgegeven werd (dit is het +equivalent voor B<-sP>) of een foutmelding geven als B<-sa> opgegeven +werd. B<-sa> is de standaard. + +=item B<--abort-on-upstream-changes> + +Het proces mislukt als het gegenereerde diff-bestand wijzigingen aan +bestanden buiten de onderliggende debian-map bevat (sinds dpkg 1.15.8). Deze +optie is in B niet toegestaan, maar ze kan wel +gebruikt worden in B. + +=back + +B + +In alle gevallen zal een eventuele bestaande originele broncodeboom +verwijderd worden. + +=over + +=item B<-sp> + +Als dit bij het extraheren gebruikt wordt, dan zal het de (eventuele) +originele broncode in zijn vorm van tar-bestand laten. Indien dit zich nog +niet in de huidige map bevindt, of indien er zich een bestaand maar +verschillend bestand bevindt, zal het naar daar gekopieerd worden. (B). + +=item B<-su> + +Pakt de originele broncodeboom uit. + +=item B<-sn> + +Zorgt ervoor dat de originele broncode noch naar de huidige map gekopieerd +wordt noch uitgepakt wordt. Een eventuele originele broncodeboom die zich in +de huidige map bevond, wordt nog steeds verwijderd. + +=back + +Al de B<-s>I-opties sluiten elkaar wederzijds uit. Indien u er meer dan +één opgeeft, dan zal enkel de laatste gebruikt worden. + +=over + +=item B<--skip-debianization> + +Slaat het toepassen van de debian diff bovenop de broncode van de +toeleveraar over (sinds dpkg 1.15.1). + +=back + +=head2 Indeling: 2.0 + +Extraheren wordt sinds dpkg 1.13.9 ondersteund, bouwen sinds dpkg +1.14.8. Ook gekend als wig&pen. Deze indeling wordt niet aangeraden voor +massaal gebruik, de indeling “3.0 (quilt)” vervangt ze. Wig&pen was de +eerste specificatie van een broncodepakketindeling van de nieuwe generatie. + +Het gedrag van deze indeling is hetzelfde als bij de indeling “3.0 (quilt)”, +behalve dat het geen gebruik maakt van een expliciete lijst van +patches. Alle bestanden in B die beantwoorden aan de +reguliere expressie B<[\w-]+> moeten geldige patches zijn: zij worden op het +moment van extraheren toegepast. + +Bij het bouwen van een nieuw broncodepakket worden eventuele wijzigingen aan +de broncode van de toeleveraar opgeslagen in een patch met als naam +B. + +=head2 Indeling: 3.0 (native) (d.w.z. debian-eigen) + +Wordt ondersteund sinds dpkg 1.14.17. Deze indeling is een uitbreiding van +de native pakketindeling, zoals gedefinieerd in de indeling 1.0. Ze +ondersteunt alle compressiemethodes en negeert standaard eventuele +VCS-specifieke bestanden en mappen (bestanden en mappen die verband houden +met het versiebeheersysteem) evenals vele tijdelijke bestanden (zie de +uitvoer van de optie B<--help> voor de standaardwaarde van de optie B<-I>). + +=head2 Indeling: 3.0 (quilt) + +Wordt ondersteund sinds dpkg 1.14.17. Een broncodepakket volgens deze +indeling bevat minstens een origineel tar-archief (B<.orig.tar.>I +waarbij I B, B, B en B kan zijn) en een debian +tar-archief (B<.debian.tar.>I). Het kan ook bijkomende originele +tar-archieven bevatten (B<.orig->IB<.tar.>I). I +mag enkel alfanumerieke tekens (‘a-zA-Z0-9’) en koppeltekens (‘-’) +bevatten. Optioneel mag bij elk origineel tar-archief een afzonderlijke +handtekening van de toeleveraar (B<.orig.tar.>IB<.asc> en +B<.orig->IB<.tar.>IB<.asc>), gevoegd worden. De extractie +ervan wordt ondersteund sinds dpkg 1.17.20 en het bouwen sinds dpkg 1.18.5. + +B + +Eerst wordt het belangrijkste originele tar-archief uitgepakt en nadien +worden alle bijkomende originele tar-archieven uitgepakt in onderliggende +mappen die genoemd worden naar het I-gedeelte van hun +bestandsnaam (een eventuele reeds bestaande map wordt vervangen). Het debian +tar-archief wordt bovenop de broncodemap geëxtraheerd nadat eerst een +eventuele reeds bestaande B-map verwijderd werd. Merk op dat het +debian tar-archief een onderliggende map B moet bevatten, maar dat +het ook binaire bestanden kan bevatten buiten die map (zie de optie +B<--include-binaries>). + +Vervolgens worden alle patches toegepast die vermeld zijn in +BIB<.series> of B, +waarbij I de naam is in kleine letters van de huidige +leverancier, of B als geen leverancier gedefinieerd is. Indien het +eerste bestand gebruikt wordt en het laatste niet bestaat (of een +symbolische koppeling is), dan zal het laatste vervangen worden door een +symbolische koppeling naar het eerste. Dit is bedoeld om het gebruik van +B bij het beheer van het geheel van patches te +vereenvoudigen. Leveranciersspecifieke series-bestanden hebben tot doel het +serialiseren van meerdere leveranciersgebonden ontwikkelingstakken op een +declaratieve manier mogelijk te maken, wat verkieslijker is boven een open +codering van deze aanpak in B. Dit is in het bijzonder nuttig +wanneer de broncode voorwaardelijk gepatched moet worden omdat de betrokken +bestanden geen ingebouwde ondersteuning hebben voor conditionele +occlusie. Merk nochtans op dat hoewel B op correcte wijze de +ontleding uitvoert van series-bestanden met expliciete opties die gebruikt +worden voor het toepassen van patches (op elke regel opgeslagen na de +bestandsnaam van de patch en één of meer spaties), het deze opties negeert +en steeds patches verwacht die kunnen toegepast worden met de optie B<-p1> +van B. Het zal dus een waarschuwing geven als het dergelijke opties +tegenkomt en het bouwen zal waarschijnlijk mislukken. + +Opmerking: indien leveranciers-series-bestanden gebruikt worden, geeft +B(1) onvoorwaardelijke waarschuwingen als gevolg van een +controversieel Debian-specifiek besluit. Extern gebruik zou hierdoor niet +getroffen mogen worden. Om dergelijke waarschuwingen het zwijgen op te +leggen kunt u het dpkg-profiel van lintian gebruiken door aan B(1) +de optie «B<--profile dpkg>» mee te geven. + +Voor alle bestanden waarop een patch toegepast werd, wordt de +tijdsaanduiding teruggezet op het tijdstip van extraheren van het +broncodepakket (dit vermijdt scheeftrekkingen van de tijdsaanduiding hetgeen +tot problemen kan leiden wanneer automatisch gegenereerde bestanden gepatcht +worden). + +In tegenstelling tot het standaardgedrag van B wordt verwacht dat +patches zonder gedoe toegepast kunnen worden. Indien dat niet het geval is, +zou u de patches moeten verversen met B, anders zal B +met een foutmelding afbreken terwijl het probeert ze toe te passen. + +Analoog aan het standaardgedrag van B kunnen patches ook bestanden +verwijderen. + +Als tijdens het extraheren patches werden toegepast, wordt het bestand +B<.pc/applied-patches> aangemaakt. + +B + +Alle originele tar-archieven die in de huidige map gevonden worden, worden +geëxtraheerd in een tijdelijke map en daarbij wordt dezelfde logica gevolgd +als bij het uitpakken. De debian-map wordt naar de tijdelijke map gekopieerd +en alle patches worden toegepast, behalve de automatische patch +(BI of B, afhankelijk van +B<--single-debian-patch>). De tijdelijke map wordt vergeleken met de map van +het broncodepakket. Indien de diff niet leeg is, zal het bouwen mislukken, +tenzij B<--single-debian-patch> of B<--auto-commit> gebruikt werden en in +dat geval wordt de diff opgeslagen in de automatische patch. Indien de +automatische patch aangemaakt/verwijderd wordt, wordt hij toegevoegd +aan/verwijderd van het bestand series en van de metadata van B. + +Een eventuele wijziging aan een binair bestand kan niet weergegeven worden +in een diff en zal dus tot een mislukking leiden, tenzij de onderhouder +bewust besloot dat gewijzigd binair bestand toe te voegen aan het Debian +tar-archief (door het op te sommen in +B). Het bouwen zal ook mislukken als er +binaire bestanden aangetroffen worden in de onderliggende map debian, tenzij +dit toegestaan werd via B. + +De bijgewerkte map debian en de lijst van gewijzigde binaire bestanden wordt +dan gebruikt om het Debian tar-archief te genereren. + +De automatisch gegenereerde diff bevat geen wijzigingen aan VCS-specifieke +bestanden (d.w.z. bestanden eigen aan het versiebeheersysteem) en aan veel +tijdelijke bestanden (kijk in de uitvoer van B<--help> voor de +standaardwaarde die met de optie B<-i>) verbonden is. In het bijzonder wordt +de map B<.pc> die door B gebruikt wordt, genegeerd tijdens het +genereren van de automatische patch. + +B: B B<--before-build> (en B<--build>) zal ervoor +zorgen dat alle patches die in het bestand series opgesomd zijn, toegepast +worden, zodat bij het bouwen van een pakket steeds alle patches toegepast +zijn. Het doet dit door te zoeken naar niet-toegepaste patches (ze worden +opgesomd in het bestand B maar niet in B<.pc/applied-patches>) en +indien de eerste patch uit die reeks foutloos toegepast kan worden, zal het +ze allemaal toepassen. De optie B<--no-preparation> kan gebruikt worden om +dit gedrag uit te schakelen. + +B + +=over + +=item B<--commit> [I] [I] [I] + +Genereert een patch in verband met de lokale wijzigingen die niet door het +patchsysteem van B beheerd worden en integreert die in het +patchsysteem onder de naam I. Indien de naam ontbreekt, zal er +interactief om gevraagd worden. Indien I opgegeven werd, wordt +dat gebruikt als de te integreren patch in verband met de lokale +wijzigingen. Na de integratie wordt een editor opgestart, zodat u de +meta-informatie in de koptekst van de patch kunt bewerken. + +Een I opgeven is vooral nuttig na een mislukte bouwpoging die +dat bestand vooraf aanmaakte. Op grond daarvan wordt dat bestand na +integratie verwijderd. Merk ook op dat de wijzigingen die het patch-bestand +bevat, reeds toegepast moeten zijn op de boom en dat de bestanden die door +de patch aangepast werden geen bijkomende niet-opgetekende wijzigingen mogen +bevatten. + +Indien het genereren van de patch gewijzigde binaire bestanden opmerkt, +zullen die automatisch toegevoegd worden aan +B, zodat die terecht komen in het debian +tar-archief (exact op dezelfde manier als B zou doen). + +=back + +B + +=over + +=item B<--allow-version-of-quilt-db=>I + +B toelaten het broncodepakket te bouwen als de versie van de +metadata van B de opgegeven versie is, zelfs al kent B +die niet (sinds dpkg 1.15.5.4). Dit zegt effectief dat de opgegeven versie +van de B-metadata compatibel is met versie 2 die momenteel door +B ondersteund wordt. De versie van de metadata van B +wordt opgeslagen in B<.pc/.version>. + +=item B<--include-removal> + +Verwijderde bestanden niet negeren en ze opnemen in de automatisch +gegenereerde patch. + +=item B<--include-timestamp> + +De tijdsaanduiding toevoegen in de automatisch gegenereerde patch. + +=item B<--include-binaries> + +Alle gewijzigde binaire bestanden toevoegen aan het debian tar-archief. Ze +ook toevoegen in B: in erop volgende +bouwactiviteiten zullen ze standaard toegevoegd worden en is deze optie dus +niet meer nodig. + +=item B<--no-preparation> + +Niet proberen de bouwboom voor te bereiden door patches toe te passen die +blijkbaar niet toegepast zijn (sinds dpkg 1.14.18). + +=item B<--single-debian-patch> + +B gebruiken in plaats van +BI voor de naam van de tijdens het +bouwen automatisch gegenereerde patch (sinds dpkg 1.15.5.4). Deze optie is +in het bijzonder nuttig als het pakket wordt onderhouden in een VCS +(versiebeheersysteem) en een reeks patches niet op een betrouwbare manier +gegenereerd kan worden. De huidige verschillen (de diff) met de +toeleveraarsversie moeten dan eerder in een enkele patch opgeslagen +worden. Deze optie wordt geplaatst in B en gaat +samen met een bestand B waarin uitgelegd +wordt hoe de door Debian aangebrachte wijzigingen best herzien kunnen +worden, bijvoorbeeld in het versiebeheersysteem dat gebruikt wordt. + +=item B<--create-empty-orig> + +Automatisch een leeg primair origineel tar-archief creëren als dat ontbreekt +en er wel bijkomende originele tar-archieven zijn (sinds dpkg 1.15.6). Deze +optie is bedoeld om gebruikt te worden als het broncodepakket slechts een +bundel is van samengestelde toegeleverde software zonder een “centraal” +programma. + +=item B<--no-unapply-patches, --unapply-patches> + +Standaard zal B de patches uit de uitbreiding (hook) +B<--after-build> automatisch terugdraaien als het die tijdens +B<--before-build> heeft toegepast (B<--unapply-patches> sinds dpkg 1.15.8, +B<--no-unapply-patches> sinds dpkg 1.16.5). Deze opties laten u toe om het +proces van automatisch terugdraaien van patches uitdrukkelijk in of uit te +schakelen. Deze opties mogen enkel in B +gebruikt worden, zodat alle gegenereerde broncodepakketten standaard +hetzelfde gedrag vertonen. + +=item B<--abort-on-upstream-changes> + +Het proces mislukt als een automatische patch gegenereerd werd (sinds dpkg +1.15.8). Deze optie kan gebruikt worden om te verzekeren dat alle +wijzigingen terdege geregistreerd worden in aparte B-patches +vooraleer het broncodepakket gegenereerd wordt. Deze optie is niet +toegestaan in B, maar mag gebruikt worden in +B. + +=item B<--auto-commit> + +Het proces mislukt niet als een automatische patch gegenereerd werd. In de +plaats daarvan wordt hij onmiddellijk opgetekend in het bestand series van +B. + +=back + +B + +=over + +=item B<--skip-debianization> + +Slaat het extraheren van het debian tar-archief bovenop de broncode van de +toeleveraar over (sinds dpkg 1.15.1). + +=item B<--skip-patches> + +Op het einde van de extractie geen patches toepassen (sinds dpkg 1.14.18). + +=back + +=head2 Indeling: 3.0 (custom) (d.w.z. aangepast) + +Ondersteund sinds dpkg 1.14.17. Deze indeling is bijzonder. Ze stelt +eigenlijk geen echte broncodepakketindeling voor, maar kan gebruikt worden +om broncodepakketten met arbitraire bestanden te maken. + +B + +Alle argumenten die geen opties zijn, worden geïnterpreteerd als bestanden +die geïntegreerd moeten worden in het gegenereerde broncodepakket. Ze moeten +bestaan en zich bij voorkeur in de huidige map bevinden. Tenminste één +bestand moet opgegeven worden. + +=over + +=item B<--target-format=>I + +B. Definieert de echte indeling van het gegenereerde +broncodepakket. Het gegenereerde .dsc-bestand zal in het veld B deze +waarde bevatten en niet “3.0 (custom)”. + +=back + +=head2 Indeling: 3.0 (git) + +Ondersteund sinds dpkg 1.14.17. Dit is een experimentele indeling. + +Een broncodepakket volgens deze indeling bestaat uit een eenvoudige +bundeling van een git-depot B<.git> die de broncode van het pakket bevat. Er +kan ook een bestand B<.gitshallow> bestaan die de revisies vermeldt van een +git shallow clone (een summiere kloon van een git-depot). + +B + +De bundel wordt gekloond in de doelmap als een git-depot. Als er een bestand +gitshallow bestaat, wordt het als I<.git/shallow> geïnstalleerd binnenin het +gekloonde git-depot. + +Merk op dat standaard het nieuwe depot dezelfde tak zal binnengehaald hebben +die binnengehaald was in de originele broncode. (Meestal is dat “master”, +maar dat kan om het even wat zijn). Eventuele andere takken zullen +beschikbaar zijn onder I. + +B + +Vooraleer voort te gaan, worden een aantal controles uitgevoerd om zeker te +zijn dat er geen niet-vastgelegde wijzigingen zijn die niet mogen genegeerd +worden. + +B(1) wordt gebruikt om een bundel te genereren van het +git-depot. Standaard worden alle takken en tags uit het depot in de bundel +opgenomen. + +B + +=over + +=item B<--git-ref=>I + +Laat toe om een git-referentie op te geven die in de bundel opgenomen moet +worden. Daar gebruik van maken schakelt het standaardgedrag om alle takken +en tags op te nemen uit. Kan meermaals vermeld worden. De I kan +de naam van een tak of een tag zijn die opgenomen moet worden. Het kan ook +een parameter zijn die doorgegeven kan worden aan +B(1). Gebruik bijvoorbeeld B<--git-ref=>master om enkel de +master-tak op te nemen. Om alle takken en tags, behalve de tak persoonlijk +op te nemen, gebruikt u B<--git-ref=>--all B<--git-ref=>^persoonlijk + +=item B<--git-depth=>I + +Creëert een summiere (shallow) kloon met een geschiedenis die afgekapt werd +bij het opgegeven aantal revisies. + +=back + +=head2 Indeling: 3.0 (bzr) + +Ondersteund sinds dpkg 1.14.17. Dit is een experimentele indeling. Ze +genereert één enkel tar-archief met daarin het bzr-depot. + +B + +Het tar-archief wordt uitgepakt en daarna wordt bzr gebruikt om een +werkkopie van de huidige tak te maken. + +B + +Vooraleer voort te gaan, worden een aantal controles uitgevoerd om zeker te +zijn dat er geen niet-vastgelegde wijzigingen zijn die niet mogen genegeerd +worden. + +Daarna wordt het versiebeheerspecifieke deel van de broncodemap gekopieerd +naar een tijdelijke map. Vooraleer deze tijdelijke map in een tar-archief +ingepakt wordt, worden verschillende opruimtaken verricht om plaats te +winnen. + +=head1 DIAGNOSTIEK + +=head2 geen broncode-indeling opgegeven in debian/source/format + +Het bestand B moet altijd bestaan en de gewenste +broncode-indeling aangeven. Met het oog op neerwaartse compatibiliteit wordt +indeling “1.0” verondersteld als het bestand niet bestaat, maar u zou hierop +niet moeten betrouwen: ergens in de toekomst zal B aangepast +worden, zodat het zal mislukken als het bestand niet bestaat. + +De verantwoording is dat indeling “1.0” niet langer de aanbevolen indeling +is. U zou gewoonlijk één van de recentere indelingen (“3.0 (quilt)”, “3.0 +(native)”) moeten kiezen, maar B zal dit niet automatisch voor +u doen. Indien u de oude indeling wilt blijven gebruiken, moet u dat +expliciet aangeven en “1.0” plaatsen in B. + +=head2 de diff wijzigt de volgende bestanden van de toeleveraar + +Als u broncode-indeling “1.0” gebruikt, is het meestal geen goed idee om +rechtstreeks wijzigingen aan te brengen in bestanden van de toeleveraar, +vermits de wijzigingen verborgen en grotendeels niet-gedocumenteerd belanden +in het bestand .diff.gz. U zou uw wijzigingen dan beter opslaan als patches +in de map debian en ze dan op het ogenblik van het bouwen toepassen. Om deze +complexe werkwijze te vermijden, kunt u ook de indeling “3.0 (quilt)” +gebruiken, die dit geïntegreerd aanbiedt. + +=head2 kan wijziging aan I niet representeren + +Wijzigingen aan de broncode van de toeleveraar worden gewoonlijk met +patch-bestanden opgeslagen, maar niet alle wijzigingen kunnen met patches +gerepresenteerd worden, omdat die enkel de inhoud van gewone tekstbestanden +kunnen aanpassen. Indien u een bestand tracht te vervangen door iets van een +ander type (bijvoorbeeld een gewoon bestand vervangen door een symbolische +koppeling of een map), zult u deze foutmelding krijgen. + +=head2 nieuw gecreëerd leeg bestand I zal niet gerepresenteerd worden in +de diff + +Lege bestanden kunnen niet met behulp van patch-bestanden aangemaakt +worden. Deze wijziging wordt dus niet geregistreerd in het broncodepakket en +u wordt daarover ingelicht. + +=head2 I uitvoerbare modus van I zullen niet +gerepresenteerd worden in de diff + +Patch-bestanden registreren geen toegangsrechten van bestanden en dus wordt +het feit dat een bestand uitvoerbaar is, niet in het broncodepakket +opgeslagen. Deze waarschuwing brengt dit feit in herinnering. + +=head2 I bijzondere modus van I zullen niet +gerepresenteerd worden in de diff + +Patch-bestanden registreren geen toegangsrechten van bestanden en dus worden +wijzigingen aan toegangsrechten niet opgeslagen in het broncodepakket. Deze +waarschuwing brengt dit feit in herinnering. + +=head1 OMGEVING + +=over + +=item B + +Stelt de kleurmodus in (sinds dpkg 1.18.5). Waarden die momenteel gebruikt +mogen worden zijn: B (standaard), B en B. + +=item B + +Indien dit ingesteld is, zal het gebruikt worden om te beslissen over het +activeren van moedertaalondersteuning, ook gekend als +internationaliseringsondersteuning (of i18n) (sinds dpkg 1.19.0). Geldige +waarden zijn: B<0> and B<1> (standaard). + +=item B + +Indien dit ingesteld werd, zal het gebruikt worden als de tijdsaanduiding +(timestamp) (in seconden sinds de epoch) om de mtime vast te zetten op de +items uit het B(5)-bestand. + +=item B + +=item B + +Gebruikt door de broncode-indelingmodules “2.0” en “3.0 (quilt)”. + +=item B + +=item B + +=item B + +=item B + +=item B + +Gebruikt door de broncode-indelingmodules “3.0 (git)”. + +=back + +=head1 BESTANDEN + +=head2 debian/source/format + +Dit bestand bevat op één enkele regel de indeling die gebruikt moet worden +om het broncodepakket te bouwen (mogelijke indelingen werden hierboven +beschreven). Voorafgaande of nakomende witruimte is niet toegelaten. + +=head2 debian/source/include-binaries + +Dit bestand bevat een lijst van padnamen van binaire bestanden (één per +regel) relatief ten opzichte van de broncodebasismap, welke opgenomen moeten +worden in het debian tar-archief. Voorafgaande of nakomende spaties worden +gestript. Regels die beginnen met ‘B<#>’ zijn commentaar en worden +overgeslagen. Lege regels worden genegeerd. + +=head2 debian/source/options + +Dit bestand bevat een lijst met lange opties die automatisch voorgevoegd +moeten worden aan de reeks commandoregelopties die gebruikt worden bij het +inroepen van het commando B of B. Opties zoals B<--compression> en B<--compression-level> +zijn zeer geschikt voor dit bestand. + +Elke optie moet op een aparte regel geplaatst worden. Lege regels en regels +die beginnen met ‘B<#>’ worden genegeerd. De ‘B<-->’ vooraan moeten +weggelaten worden en korte opties zijn niet toegelaten. Facultatieve +witruimte rond het symbool ‘B<=>’ en facultatieve aanhalingstekens rond de +waarde zijn toegelaten. Hierna volgt een voorbeeld van een dergelijk +bestand: + + # laat dpkg-source een bestand debian.tar.bz2 aanmaken met maximale compressie + compression = "bzip2" + compression-level = 9 + # gebruik debian/patches/debian-changes als automatische patch + single-debian-patch + # negeer wijzigingen aan config.{sub,guess} + extend-diff-ignore = "(^|/)(config.sub|config.guess)$" + +B B<--format>-opties worden niet aanvaard in dit bestand. U moet +daarvoor eerder B gebruiken. + +=head2 debian/source/local-options + +Precies zoals B, behalve dat het bestand niet +opgenomen wordt in het gegenereerde broncodepakket. Dit kan nuttig zijn om +een voorkeur op te slaan die eigen is aan de onderhouder of aan een bepaald +depot van een versiebeheersysteem waarin het pakket onderhouden wordt. + +=head2 debian/source/local-patch-header + +=head2 debian/source/patch-header + +Vrij opgemaakte tekst die geplaatst wordt bovenaan de automatische patch die +gegenereerd wordt bij de indelingen “2.0” en “3.0 +(quilt)”. B wordt niet toegevoegd aan het gegenereerde +broncodepakket, terwijl dat met B wel het geval is. + +=head2 debian/patches/I.series + +=head2 debian/patches/series + +Dit bestand somt alle patches op die toegepast moeten worden (in de +opgegeven volgorde) bovenop het broncodepakket van de toeleveraar. Spaties +vooraan en achteraan worden weggehaald. I is de naam in kleine +letters van de huidige leverancier of B als geen leverancier +gedefinieerd werd. Indien het leveranciersspecifieke series-bestand niet +bestaat, zal het leveranciersloze series-bestand gebruikt worden. Regels die +beginnen met ‘B<#>’ zijn commentaar en worden overgeslagen. Lege regels +worden genegeerd. De overige regels beginnen met de bestandsnaam van een +patch (relatief ten opzichte van de map B) tot aan de +eerste spatie of het einde van de regel. Facultatieve B-opties kunnen +daarna komen tot aan het einde van de regel of tot aan het eerste +‘B<#>’-teken dat voorafgegaan wordt door één of meer spaties (hetgeen het +begin van een commentaarstuk aangeeft dat doorloopt tot het einde van de +regel). + +=head1 BUGS + +Het punt waarop de vervanging van velden plaats vindt, vergeleken met +bepaalde standaardinstellingen voor uitvoervelden, is eerder onduidelijk. + +=head1 ZIE OOK + +B(5), B(5), B(5). + -- cgit v1.2.3