summaryrefslogtreecommitdiffstats
path: root/man/nl/dpkg-trigger.pod
blob: 9d1c65763f6374e675b06590973a9d9fd0f5d0ea (plain)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
        *****************************************************
        *           GENERATED FILE, DO NOT EDIT             *
        * THIS IS NO SOURCE FILE, BUT RESULT OF COMPILATION *
        *****************************************************

This file was generated by po4a(7). Do not store it (in VCS, for example),
but store the PO file used as source file by po4a-translate.

In fact, consider this as a binary, and the PO file as a regular .c file:
If the PO get lost, keeping this translation up-to-date will be harder.

=encoding UTF-8

=head1 NAAM

dpkg-trigger - een hulpprogramma in verband met pakkettriggers

=head1 OVERZICHT

B<dpkg-trigger> [I<optie>...] I<triggernaam>

B<dpkg-trigger> [I<optie>...] I<commando>

=head1 BESCHRIJVING

B<dpkg-trigger> is gereedschap om triggers expliciet te activeren en na te gaan of ze door het exemplaar van B<dpkg> dat actief is, ondersteund worden.

Dit kan gebruikt worden door scripts van de beheerder in complexe en voorwaardelijke situaties waarvoor het bestand triggers of de declaratieve opdracht B<activate> van het triggercontrolebestand onvoldoende verfijnd zijn. Het kan ook voor testdoeleinden en door systeembeheerders gebruikt worden (maar merk op dat de triggers niet effectief uitgevoerd worden door B<dpkg-trigger>).

Een syntaxis van een triggernaam die niet herkend wordt, is voor B<dpkg-trigger> een fout.

Dit programma werd geïntroduceerd in dpkg 1.14.17.

=head1 COMMANDO'S

=over 

=item B<--check-supported>

Controleren of het exemplaar van B<dpkg> dat uitgevoerd wordt, triggers ondersteunt (meestal worden die vanuit een postinst-script geactiveerd). Zal afsluiten met B<0> als een exemplaar van B<dpkg> uitgevoerd werd dat triggers aankan of afsluiten met B<1> en een foutmelding op de standaard foutuitvoer indien dat niet het geval was. Het is normaal gezien nochtans beter om gewoon de gewenste trigger te activeren met B<dpkg-trigger>.

=item B<-?>, B<--help>

Info tonen over het gebruik en afsluiten.

=item B<--version>

De versie tonen en afsluiten.

=back

=head1 OPTIES

=over 

=item B<--admindir=>I<map>

De locatie van de database van B<dpkg> wijzigen. De standaardlocatie is I<%ADMINDIR%> indien B<DPKG_ADMINDIR> niet werd ingesteld.

=item B<--root=>I<map>

De hoofdmap instellen op I<map>, hetgeen de administratieve map instelt op «I<map>%ADMINDIR%» (sinds dpkg 1.21.0).

=item B<--by-package=>I<pakket>

De triggerafwachter overschrijven (normaal wordt dit ingesteld door B<dpkg> via de omgevingsvariabele B<DPKG_MAINTSCRIPT_PACKAGE> van de scripts van de beheerder. Die bevat de naam van het pakket waartoe het script behoort en standaard wordt die waarde gebruikt).

=item B<--no-await>

Deze optie zorgt ervoor dat het (eventuele) aanroepende pakket I<T> niet moet wachten op de afhandeling van deze trigger. Het/de betrokken pakket(ten) I<I> zal/zullen niet toegevoegd worden aan I<T>'s lijst van triggers waarvan de afhandeling afgewacht wordt en de status van I<T> blijft ongewijzigd. I<T> mag als geïnstalleerd beschouwd worden, zelfs al heeft I<I> misschien de trigger nog niet verwerkt.

=item B<--await>

Deze optie doet het tegenovergestelde van B<--no-await> (sinds dpkg 1.17.21). Indien het belanghebbende pakket een “noawait”-opdracht gedeclareerd heeft, zal deze optie geen effect hebben. Dit is momenteel het standaardgedrag.

=item B<--no-act>

De zaak enkel uittesten, maar geen enkele effectieve wijziging doorvoeren.

=back

=head1 AFSLUITSTATUS

=over 

=item B<0>

De gevraagde actie werd succesvol uitgevoerd. Of een commando dat een toets of een assertie verrichtte gaf waar als resultaat.

=item B<1>

Een commando dat een toets of een assertie verrichtte gaf onwaar als resultaat.

=item B<2>

Fatale of onherstelbare fout die te wijten is aan ongeldig gebruik van de commandoregel of aan interacties met het systeem, zoals het benaderen van de database, het toewijzen van geheugen, enz.

=back

=head1 OMGEVING

=over 

=item B<DPKG_ROOT>

Indien dit ingesteld is en de optie B<--root> niet opgegeven werd, zal dit gebruikt worden als de hoofdmap voor het bestandssysteem (sinds dpkg 1.21.0).

=item B<DPKG_ADMINDIR>

Indien dit ingesteld werd en de optie B<--admindir> niet gebruikt werd, zal dit gebruikt worden als de datamap voor B<dpkg>.

=item B<DPKG_DEBUG>

Stelt het foutopsporingsmasker in (sinds dpkg 1.21.10) vanaf een octale waarde. De momenteel geaccepteerde vlaggen worden beschreven in de optie B<dpkg --debug>, maar mogelijk hebben niet al deze vlaggen effect op dit programma.

=item B<DPKG_COLORS>

Stelt de kleurmodus in (sinds dpkg 1.18.5). Waarden die momenteel gebruikt mogen worden zijn: B<auto> (standaard), B<always> en B<never>.

=back

=head1 ZIE OOK

L<dpkg(1)>, L<deb-triggers(5)>, B<%PKGDOCDIR%/spec/triggers.txt>.