summaryrefslogtreecommitdiffstats
path: root/man/nl/dpkg-gensymbols.pod
diff options
context:
space:
mode:
authorDaniel Baumann <daniel.baumann@progress-linux.org>2024-04-27 09:40:31 +0000
committerDaniel Baumann <daniel.baumann@progress-linux.org>2024-04-27 09:40:31 +0000
commitb86570f63e533abcbcb97c2572e0e5732a96307b (patch)
treecabc83be691530ae685c45a8bc7620ccc0e1ebdf /man/nl/dpkg-gensymbols.pod
parentInitial commit. (diff)
downloaddpkg-upstream.tar.xz
dpkg-upstream.zip
Adding upstream version 1.20.13.upstream/1.20.13upstream
Signed-off-by: Daniel Baumann <daniel.baumann@progress-linux.org>
Diffstat (limited to 'man/nl/dpkg-gensymbols.pod')
-rw-r--r--man/nl/dpkg-gensymbols.pod303
1 files changed, 303 insertions, 0 deletions
diff --git a/man/nl/dpkg-gensymbols.pod b/man/nl/dpkg-gensymbols.pod
new file mode 100644
index 0000000..49ce4d9
--- /dev/null
+++ b/man/nl/dpkg-gensymbols.pod
@@ -0,0 +1,303 @@
+
+ *****************************************************
+ * GENERATED FILE, DO NOT EDIT *
+ * THIS IS NO SOURCE FILE, BUT RESULT OF COMPILATION *
+ *****************************************************
+
+This file was generated by po4a(7). Do not store it (in VCS, for example),
+but store the PO file used as source file by po4a-translate.
+
+In fact, consider this as a binary, and the PO file as a regular .c file:
+If the PO get lost, keeping this translation up-to-date will be harder.
+
+=encoding UTF-8
+
+=head1 NAAM
+
+dpkg-gensymbols - symboolbestanden genereren (informatie over
+afhankelijkheidsrelaties met gedeelde bibliotheken)
+
+=head1 OVERZICHT
+
+B<dpkg-gensymbols> [I<optie>...]
+
+=head1 BESCHRIJVING
+
+B<dpkg-gensymbols> doorzoekt een tijdelijke bouwboom (standaard is dat
+debian/tmp) op zoek naar bibliotheken en genereert een I<symbols>-bestand
+dat ze beschrijft. Dit bestand wordt dan als het niet leeg is, geïnstalleerd
+in een onderliggende map van de bouwboom met de naam DEBIAN, zodat het
+uiteindelijk opgenomen geraakt in de controle-informatie van het pakket.
+
+Bij het genereren van deze bestanden gebruikt het als invoer bepaalde
+symboolbestanden die door de onderhouder aangeleverd worden. Het zoekt naar
+de volgende bestanden (en gebruikt het eerste dat gevonden wordt):
+
+=over
+
+=item *
+
+debian/I<pakket>.symbols.I<arch>
+
+=item *
+
+debian/symbols.I<arch>
+
+=item *
+
+debian/I<pakket>.symbols
+
+=item *
+
+debian/symbols
+
+=back
+
+Het hoofddoel van deze bestanden is aan te geven welke de minimale versie is
+die behoort bij elk van de symbolen die door de bibliotheken aangeleverd
+worden. Gewoonlijk komt dit overeen met de eerste versie van het pakket dat
+in dat symbool voorzag, maar dit kan door de onderhouder manueel verhoogd
+worden indien de ABI van het symbool uitgebreid werd zonder dat daardoor de
+neerwaartse compatibiliteit verbroken wordt. Het is de verantwoordelijkheid
+van de onderhouder om deze bestanden up-to-date en accuraat te houden, maar
+B<dpkg-gensymbols> helpt hierbij.
+
+Indien het gegenereerde symboolbestand verschilt van datgene wat de
+onderhouder aanlevert, zal B<dpkg-gensymbols> de verschillen tussen de twee
+versies tonen in diff-formaat. Bovendien kan dit zelfs tot een mislukking
+leiden als de verschillen te significant zijn (u kunt aanpassen hoeveel
+verschil u kunt tolereren; zie de optie B<-c>).
+
+=head1 HET ONDERHOUD VAN SYMBOOLBESTANDEN
+
+De basisuitwisselingsindeling van het symboolbestand wordt beschreven in
+B<deb-symbols>(5), hetgeen gebruikt wordt door de symboolbestanden uit de
+binaire pakketten. Deze worden gegenereerd uit sjabloonsymboolbestanden met
+een indeling gebaseerd op het eerste, beschreven in B<deb-src-symbols>(5) en
+opgenomen in broncodepakketten.
+
+De symboolbestanden zijn pas echt nuttig als ze de evolutie van het pakket
+reflecteren doorheen verschillende releases. De onderhouder moet ze dus
+iedere keer bijwerken wanneer een nieuw symbool toegevoegd wordt, zodat de
+minimale versie die eraan gekoppeld wordt, overeenkomt met de realiteit.
+
+De diffs (weergave van de verschillen) die in de bouwlogs te vinden zijn,
+kunnen als startpunt genomen worden, maar daarbovenop moet de onderhouder
+erop letten dat het gedrag van deze symbolen niet zodanig veranderd werd,
+dat iets dat van deze symbolen gebruik maakt en linkt met de nieuwe versie,
+niet stopt met werken met de oude versie.
+
+In de meeste gevallen kan de diff rechtstreeks toegepast worden op het
+bestand debian/I<pakket>.symbols. Dit gezegd zijnde, zijn verdere
+aanpassingen meestal wel nodig: het wordt bijvoorbeeld aanbevolen om het
+Debian revisienummer weg te laten uit de minimale versie, zodat backports
+(nieuwere programmaversies die geschikt gemaakt worden voor een vroegere
+release) met een lager versienummer maar eenzelfde bovenstroomse versie nog
+steeds voldoen aan de gegenereerde afhankelijkheidsrelaties. Indien het
+Debian revisienummer niet weggelaten kan worden omdat het symbool echt via
+een Debian-specifieke aanpassing toegevoegd werd, moet men aan het
+versienummer het achtervoegsel ‘B<~>’ toevoegen.
+
+Vooraleer een patch toe te passen op een symboolbestand, moet de onderhouder
+grondig controleren of dat wel correct is. Publieke symbolen worden
+verondersteld niet te verdwijnen. Een patch zou dus idealiter enkel nieuwe
+regels mogen toevoegen.
+
+Merk op dat u in symboolbestanden commentaar kunt invoegen.
+
+Vergeet niet na te gaan of oudere symboolversies niet verhoogd moeten
+worden. Er bestaat geen manier voor B<dpkg-gensymbols> om in dit verband
+waarschuwingen te geven. Een diff (weergave van de verschillen) blindweg
+toepassen of ervan uitgaan dat er niets aangepast moet worden als er geen
+diff is zonder zelf op eventuele wijzigingen te controleren, kan leiden tot
+pakketten met verslapte afhankelijkheidsrelaties die onterecht laten
+veronderstellen dat ze met oudere pakketten kunnen samenwerken. Dit kan bij
+(gedeeltelijke) opwaarderingen leiden tot moeilijk te vinden bugs.
+
+=head2 Goed beheer van bibliotheken
+
+Een goed onderhouden bibliotheek heeft de volgende functionaliteit:
+
+=over
+
+=item *
+
+haar API is stabiel (publieke symbolen worden nooit verwijderd, enkel worden
+nieuwe publieke symbolen toegevoegd) en zij ondergaat enkel op een
+incompatibele manier veranderingen als de SONAME verandert;
+
+=item *
+
+idealiter gebruikt zij symboolversienummering om ondanks interne wijzigingen
+en API-uitbreidingen ABI-stabiliteit te bekomen;
+
+=item *
+
+zij exporteert geen private symbolen (dergelijke symbolen kunnen de tag
+optional krijgen om dat te omzeilen).
+
+=back
+
+Bij het onderhoud van een symboolbestand is het gemakkelijk om het
+verschijnen en verdwijnen van symbolen op te merken. Maar het is moeilijker
+om incompatibele API- en ABI-wijzigingen op te merken. Daarom moet de
+onderhouder het changelog-bestand van de toeleveraar grondig nakijken op
+situaties waarbij de regels van goed bibliotheekbeheer geschonden
+worden. Indien mogelijke problemen ontdekt worden, zou de toeleverende
+auteur erover ingelicht moeten worden, aangezien een reparatie op het niveau
+van de toeleveraar altijd te verkiezen valt boven een Debian-specifieke
+tijdelijke oplossing.
+
+=head1 OPTIES
+
+=over
+
+=item B<-P>I<pakketbouwmap>
+
+Zoek in I<pakketbouwmap> in plaats van in debian/tmp.
+
+=item B<-p>I<pakket>
+
+Definieer de pakketnaam. Is vereist als meer dan één binair pakket vermeld
+wordt in debian/control (of indien er geen bestand debian/control is).
+
+=item B<-v>I<versie>
+
+Definieer de pakketversie. Standaard is dat de versie die uit
+debian/changelog gehaald wordt. Is vereist indien het aanroepen gebeurt van
+buiten de boom van het broncodepakket.
+
+=item B<-e>I<bibliotheekbestand>
+
+Analyseer enkel de expliciet vermelde bibliotheken in plaats van alle
+publieke bibliotheken te zoeken. U kunt in I<bibliotheekbestand> gebruik
+maken van shell-patronen met het oog op padnaamexpansie (zie de man-pagina
+B<File::Glob>(3perl) voor details) om met één enkel argument meerdere
+bibliotheken aan te duiden (anders heeft u meerdere malen B<-e> nodig).
+
+=item B<-l>I<map>
+
+Voeg I<map> vooraan toe aan de lijst van mappen waarin naar private gedeelde
+bibliotheken gezocht moet worden (sinds dpkg 1.19.1). Deze optie kan
+meermaals gebruikt worden.
+
+B<Opmerking:> gebruik deze optie in de plaats van het instellen van
+B<LD_LIBRARY_PATH>, aangezien die omgevingsvariabele gebruikt wordt om de
+runtime linker aan te sturen. Daarvan misbruik maken om de paden van
+gedeelde bibliotheken in te stellen tijdens het bouwen van het programma,
+kan problematisch zijn, bijvoorbeeld bij het cross-compileren.
+
+=item B<-I>I<bestandsnaam>
+
+Gebruik I<bestandsnaam> als referentiebestand om het symboolbestand te
+genereren dat in het pakket zelf geïntegreerd wordt.
+
+=item B<-O>[I<bestandsnaam>]
+
+Het gegenereerde symboolbestand weergeven op de standaarduitvoer of
+schrijven naar I<bestandsnaam> als dat opgegeven werd, eerder dan naar
+B<debian/tmp/DEBIAN/symbols> (of I<pakketbouwmap>B</DEBIAN/symbols> indien
+B<-P> gebruikt werd). Indien I<bestandsnaam> reeds bestond, wordt de inhoud
+ervan gebruikt als basis voor het gegenereerde symboolbestand. U kunt van
+deze functionaliteit gebruik maken om een symboolbestand bij te werken zodat
+het in overeenstemming is met een nieuwere bovenstroomse versie van uw
+bibliotheek.
+
+=item B<-t>
+
+Het symboolbestand in sjabloonmodus opschrijven, eerder dan in de indeling
+die compatibel is met B<deb-symbols>(5). Het grootste verschil is dat in de
+sjabloonmodus symboolnamen en tags geschreven worden in hun originele vorm
+in tegenstelling tot in de compatibele modus waarin de verwerkte
+symboolnamen ontdaan van hun tags gebruikt worden. Daarenboven kunnen bij
+het schrijven van een standaard B<deb-symbols>(5)-bestand sommige symbolen
+weggelaten worden (overeenkomstig de regels voor het verwerken van tags),
+terwijl in een symboolbestand-sjabloon steeds alle symbolen neergeschreven
+worden.
+
+=item B<-c>I<[0-4]>
+
+Definiëren welke controles moeten gebeuren bij het vergelijken van het
+gegenereerde symboolbestand met het sjabloonbestand dat als vertrekpunt
+gebruikt werd. Standaard is dat volgens niveau 1. Het verhogen van het
+niveau leidt tot meer controles, terwijl alle controles van lagere niveaus
+behouden blijven. Niveau 0 leidt nooit tot een mislukking. Niveau 1 mislukt
+als er symbolen verdwenen zijn. Niveau 2 geeft een mislukking als nieuwe
+symbolen geïntroduceerd werden. Niveau 3 mislukt als er bibliotheken
+verdwenen zijn. Niveau 4 geeft een mislukking als nieuwe bibliotheken
+geïntroduceerd werden.
+
+Deze waarde kan vervangen worden door de omgevingsvariabele
+B<DPKG_GENSYMBOLS_CHECK_LEVEL>.
+
+=item B<-q>
+
+Stil blijven en nooit een diff (een overzicht van de verschillen) maken
+tussen het gegenereerde symboolbestand en het sjabloonbestand dat als
+vertrekpunt gebruikt werd en geen enkele waarschuwing tonen in verband met
+nieuwe/verloren bibliotheken of nieuwe/verloren symbolen. Deze optie
+schakelt enkel de informatieve uitvoer uit, maar niet de controles zelf (zie
+de optie B<-c>).
+
+=item B<-a>I<arch>
+
+Uitgaan van I<arch> als host-architectuur bij het verwerken van
+symboolbestanden. Gebruik deze optie om een symboolbestand of een diff
+(overzicht van de verschillen) voor een willekeurige architectuur te
+genereren op voorwaarde dat de binaire bestanden ervan reeds voorhanden
+zijn.
+
+=item B<-d>
+
+Debug-modus aanzetten. Talrijke berichten worden dan getoond om toe te
+lichten wat B<dpkg-gensymbols> doet.
+
+=item B<-V>
+
+De breedsprakige modus inschakelen. Het gegenereerde symboolbestand bevat
+dan verouderde symbolen in de vorm van commentaar. In sjabloonmodus worden
+daarenboven patroonsymbolen gevolgd door commentaar met daarin een opsomming
+van de echte symbolen die met het patroon overeenkwamen.
+
+=item B<-?>, B<--help>
+
+Info tonen over het gebruik en afsluiten.
+
+=item B<--version>
+
+De versie tonen en afsluiten.
+
+=back
+
+=head1 OMGEVING
+
+=over
+
+=item B<DPKG_GENSYMBOLS_CHECK_LEVEL>
+
+Overschrijft het controleniveau van het commando, zelfs als het argument
+B<-c> opgegeven werd aan de commandoregel (merk op dat dit ingaat tegen de
+algemeen geldende afspraak dat commandoregel-argumenten voorrang hebben op
+omgevingsvariabelen).
+
+=item B<DPKG_COLORS>
+
+Stelt de kleurmodus in (sinds dpkg 1.18.5). Waarden die momenteel gebruikt
+mogen worden zijn: B<auto> (standaard), B<always> en B<never>.
+
+=item B<DPKG_NLS>
+
+Indien dit ingesteld is, zal het gebruikt worden om te beslissen over het
+activeren van moedertaalondersteuning, ook gekend als
+internationaliseringsondersteuning (of i18n) (sinds dpkg 1.19.0). Geldige
+waarden zijn: B<0> and B<1> (standaard).
+
+=back
+
+=head1 ZIE OOK
+
+L<https://people.redhat.com/drepper/symbol-versioning>,
+L<https://people.redhat.com/drepper/goodpractice.pdf>,
+L<https://people.redhat.com/drepper/dsohowto.pdf>, B<deb-src-symbol>(5),
+B<deb-symbols>(5), B<dpkg-shlibdeps>(1).
+