summaryrefslogtreecommitdiffstats
path: root/man/nl/update-alternatives.pod
blob: 6fe0e93ec58ca7ba3fcbd24b7534ee024cba760b (plain)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
128
129
130
131
132
133
134
135
136
137
138
139
140
141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
151
152
153
154
155
156
157
158
159
160
161
162
163
164
165
166
167
168
169
170
171
172
173
174
175
176
177
178
179
180
181
182
183
184
185
186
187
188
189
190
191
192
193
194
195
196
197
198
199
200
201
202
203
204
205
206
207
208
209
210
211
212
213
214
215
216
217
218
219
220
221
222
223
224
225
226
227
228
229
230
231
232
233
234
235
236
237
238
239
240
241
242
243
244
245
246
247
248
249
250
251
252
253
254
255
256
257
258
259
260
261
262
263
264
265
266
267
268
269
270
271
272
273
274
275
276
277
278
279
280
281
282
283
284
285
286
287
288
289
290
291
292
293
294
295
296
297
298
299
300
301
302
303
304
305
306
307
308
309
310
311
312
313
314
315
316
317
318
319
320
321
322
323
324
325
326
327
328
329
330
331
332
333
334
335
336
337
338
339
340
341
342
343
344
345
346
347
348
349
350
351
352
353
354
355
356
357
358
359
360
361
362
363
364
365
366
367
368
369
370
371
372
373
374
375
376
377
378
379
380
381
382
383
384
385
386
387
388
389
390
391
392
393
394
395
396
397
398
399
400
401
402
403
404
405
406
407
408
409
410
411
412
413
414
415
416
417
418
419
420
421
422
423
424
425
426
427
428
429
430
431
432
433
434
435
436
437
438
439
440
441
442
443
444
445
446
447
448
449
450
451
452
453
454
455
456
457
458
459
460
461
462
463
464
465
466
467
468
469
470
471
472
473
474
475
476
477
478
479
480
481
482
483
484
485
486
487
488
489
490
491
492
493
494
495
496
497
498
499
500
501
502
503
504
505
506
507
508
509
510
511
512
513
514
515
516
517
518
519
520
521
522
523
524
525
526
527
528
529
530
531
532
533
534
535
536
537
538
539
540
541
542
543
544
545
546
547
548
        *****************************************************
        *           GENERATED FILE, DO NOT EDIT             *
        * THIS IS NO SOURCE FILE, BUT RESULT OF COMPILATION *
        *****************************************************

This file was generated by po4a(7). Do not store it (in VCS, for example),
but store the PO file used as source file by po4a-translate.

In fact, consider this as a binary, and the PO file as a regular .c file:
If the PO get lost, keeping this translation up-to-date will be harder.

=encoding UTF-8

=head1 NAAM

update-alternatives - symbolische koppelingen onderhouden welke
standaardcommando's bepalen

=head1 OVERZICHT

B<update-alternatives> [I<optie>...] I<commando>

=head1 BESCHRIJVING

B<update-alternatives> creëert, verwijdert, onderhoudt en toont informatie
over de symbolische koppelingen die het Debian systeem van alternatieven
vormen.

Het is mogelijk dat verschillende programma's die dezelfde of vergelijkbare
functies vervullen, op hetzelfde moment op hetzelfde systeem geïnstalleerd
zijn. Op veel systemen zijn bijvoorbeeld tezelfdertijd meerdere teksteditors
geïnstalleerd. Dit biedt de gebruikers van een systeem keuzemogelijkheden en
laat iedere gebruiker toe desgewenst een andere editor te gebruiken. Maar
het maakt het ook moeilijk voor een programma om een goede keuze te maken
betreffende de op te starten editor indien de gebruiker geen specifieke
voorkeur opgegeven heeft.

Debian's systeem van alternatieven is erop gericht dit probleem op te
lossen. Een algemene naam in het bestandssysteem wordt onderling gedeeld
door alle bestanden die inwisselbare functionaliteit bieden. Het systeem van
alternatieven samen met de systeembeheerder bepalen naar welk effectief
bestand door deze algemene naam verwezen wordt. Indien bijvoorbeeld zowel de
editor B<ed>(1) als B<nvi>(1) op het systeem geïnstalleerd zijn, zal het
systeem van alternatieven er voor zorgen dat de algemene naam
I</usr/bin/editor> standaard naar I</usr/bin/nvi> verwijst. De
systeembeheerder kan dit aanpassen en hem in plaats daarvan naar
I</usr/bin/ed> doen verwijzen. In dat geval zal het alternatievensysteem
deze instelling niet wijzigen totdat het er expliciet om gevraagd wordt.

De algemene naam is geen rechtstreekse symbolische koppeling naar het
geselecteerde alternatief. Hij is eerder een symbolische koppeling naar een
naam in de I<map> I<alternatives> die op zijn beurt een symbolische
koppeling is naar het eigenlijke bestand waarnaar verwezen wordt. Dit wordt
gedaan zodat de wijzigingen van de systeembeheerder beperkt kunnen blijven
tot de map I<%CONFDIR%>: de FHS (zie aldaar) legt uit waarom dit een goede
zaak is.

Bij het installeren, wijzigen of verwijderen van elk pakket dat een bestand
met een bepaalde functionaliteit levert, wordt B<update-alternatives>
aangeroepen om informatie over dat bestand in het systeem voor alternatieven
bij te werken. B<update-alternatives> wordt gewoonlijk aangeroepen vanuit de
volgende scripts van de Debian pakketbeheerder, B<postinst> (configure) om
het alternatief te installeren en vanuit B<prerm> en B<postrm> (remove)  om
het alternatief te verwijderen. B<Opmerking:> In de meeste (zo niet alle)
gevallen mogen geen andere acties van beheerderscripts
B<update-alternatives> aanroepen, in het bijzonder B<upgrade> en
B<disappear> niet, aangezien elke andere dergelijke actie de handmatige
status van een alternatief kan verloren laten gaan, of het alternatief
tijdelijk kan laten heen en weer schakelen, of volledig laten overschakelen
wanneer meerdere van hen dezelfde prioriteit hebben.

Het is dikwijls nuttig om een aantal alternatieven te synchroniseren, zodat
ze als groep aangepast worden. Als er bijvoorbeeld verschillende versies van
de editor B<vi>(1) geïnstalleerd zijn, moet de man-pagina waarnaar verwezen
wordt door I</usr/share/man/man1/vi.1> overeenkomen met het uitvoerbaar
programma waarnaar door I</usr/bin/vi> verwezen
wordt. B<update-alternatives> handelt dit af met behulp van I<master>
(hoofd-) en I<slave> (secundaire of slaaf-) koppelingen. Als de
hoofdkoppeling gewijzigd wordt, worden eventuele ermee verband houdende
secundaire koppelingen ook gewijzigd. Een hoofdkoppeling en zijn ermee
verbonden secundaire koppelingen vormen samen een I<link> I<group>
(koppelingengroep).

Elke koppelingengroep bevindt zich op gelijk welk moment in de tijd in één
van twee modi: automatische modus of manuele modus. Als een groep zich in
automatische modus bevindt, dan zal wanneer pakketten geïnstalleerd of
verwijderd worden, het alternatievensysteem automatisch beslissen of en hoe
de koppelingen bijgewerkt moeten worden. In de manuele modus zal het
alternatievensysteem de keuze van de systeembeheerder behouden en vermijden
om de koppelingen te wijzigen (behalve wanneer iets defect is).

Een koppelingengroep bevindt zich in de automatische modus als die voor het
eerst op het systeem geïntroduceerd wordt. Indien de systeembeheerder aan de
automatische instellingen van het systeem veranderingen aanbrengt, zal dit
de volgende keer dat B<update-alternatives> uitgevoerd wordt op de groep van
de gewijzigde koppeling, opgemerkt worden en de groep zal automatisch
omgeschakeld worden naar manuele modus.

Aan elk alternatief is een I<prioriteit> gekoppeld. Als een koppelingengroep
zich in de automatische modus bevindt, dan zijn het de alternatieven met de
hoogste prioriteit waarnaar verwezen zal worden door leden van die groep.

Als de optie B<--config> gebruikt wordt, zal B<update-alternatives> een
lijst geven met al de keuzemogelijkheden voor de koppelingengroep waarvan de
opgegeven I<naam> de naam is van het hoofdalternatief. De huidige keuze
wordt gemarkeerd met een‘*’. Daarna zult u gevraagd worden naar uw keuze
voor deze koppelingengroep. Afhankelijk van de gemaakte keuze, kan het zijn
dat de koppelingengroep niet langer in de modus I<auto> (automatische modus)
verkeert. U zult de optie B<--auto> moeten gebruiken om terug te keren naar
de automatische modus (of u kunt B<--config> opnieuw uitvoeren en het item
selecteren dat als automatisch gemarkeerd staat).

Indien u op een niet-interactieve manier wilt configureren, kunt u in de
plaats daarvan de optie B<--set> gebruiken (zie hierna).

Verschillende pakketten die hetzelfde bestand leveren, moeten dat B<op een
coöperatieve manier> doen. Het gebruik van B<update-alternatives> is met
andere woorden in dergelijke gevallen B<verplicht> voor alle betrokken
pakketten. Het is niet mogelijk om een bepaald bestand uit een pakket te
vervangen dat geen gebruik maakt van het B<update-alternatives> mechanisme.

=head1 TERMINOLOGIE

Aangezien de activiteit van B<update-alternatives> behoorlijk ingewikkeld
is, kunnen een aantal specifieke termen helpen bij het verduidelijken van
zijn werking.

=over 

=item algemene naam (of alternatievenkoppeling)

Een naam, zoals I</usr/bin/editor>, die via het systeem van alternatieven
verwijst naar één of een aantal bestanden met een gelijkaardige functie.

=item alternatief-naam

De naam van een symbolische koppeling in de map alternatives.

=item alternatief (of alternatief-pad)

De naam van een specifiek bestand in het bestandssysteem, dat met behulp van
het alternatievensysteem via een algemene naam benaderbaar gemaakt kan
worden.

=item alternatievenmap

Een map, standaard I<%CONFDIR%/alternatives>, die de symbolische koppelingen
bevat.

=item administratieve map

Een map, standaard I<%ADMINDIR%/alternatives>, die de statusinformatie voor
B<update-alternatives> bevat.

=item koppelingengroep

Een reeks symbolische koppelingen die met elkaar verband houden en waarvan
het de bedoeling is dat ze als groep bijgewerkt worden.

=item hoofdkoppeling (master link)

De alternatievenkoppeling uit een koppelingengroep die bepaalt hoe de andere
koppelingen uit de groep geconfigureerd worden.

=item secundaire koppeling (of slaafkoppeling) (slave link)

Een alternatievenkoppeling uit een koppelingengroep die gecontroleerd wordt
door de instelling van de hoofdkoppeling.

=item automatische modus

Als een koppelingengroep zich in automatische modus bevindt, verzekert het
alternatievensysteem dat de koppelingen uit de groep verwijzen naar het voor
de groep passende alternatief met de hoogste prioriteit.

=item manuele modus

Als een koppelingengroep zich in manuele modus bevindt, zal het
alternatievensysteem geen enkele wijziging aanbrengen aan de instellingen
van de systeembeheerder.

=back

=head1 COMMANDO'S

=over 

=item B<--install> I<koppeling naam pad prioriteit> [B<--slave> I<koppeling naam
pad>]...

Een groep alternatieven toevoegen aan het systeem. I<koppeling> is de
algemene naam voor de hoofdkoppeling. I<naam> is de naam van zijn
symbolische koppeling in de alternatievenmap. I<pad> is het alternatief dat
voor de hoofdkoppeling aangevoerd wordt. De argumenten na B<--slave> zijn de
algemene naam, de naam van de symbolische koppeling in de alternatievenmap
en het alternatief-pad van een slaaf-koppeling. Nul of meer
B<--slave>-opties kunnen opgegeven worden. Elk van hen moet door drie
argumenten gevolgd worden. Merk op dat het hoofdalternatief moet bestaan. Zo
niet, dan zal de aanroep mislukken. Indien evenwel een slaaf-alternatief
niet bestaat, dan zal de overeenkomstige slaaf-alternatievenkoppeling gewoon
niet geïnstalleerd worden (er zal wel een waarschuwing gegeven
worden). Indien een echt bestand geïnstalleerd is waar een
alternatievenkoppeling geïnstalleerd moet worden, wordt dat behouden tenzij
de optie B<--force> gebruikt wordt.

Indien de opgegeven alternatief-naam reeds bestaat in de registers van het
alternatievensysteem, dan zal de verstrekte informatie toegevoegd worden als
een nieuwe reeks van alternatieven voor de groep. Anders zal een nieuwe
groep in automatische modus toegevoegd worden met die informatie. Indien de
groep zich in automatische modus bevindt en de pas toegevoegde alternatieven
een grotere prioriteit hebben dan om het even welke andere geïnstalleerde
alternatieven voor die groep, dan zullen de symbolische koppelingen
bijgewerkt worden zodat ze verwijzen naar de pas toegevoegde alternatieven.

=item B<--set> I<naam pad>

Het programma I<pad> instellen als alternatief voor I<naam>. Dit is het
equivalent voor B<--config>, maar het is non-interactief en dus bruikbaar in
scripts.

=item B<--remove> I<naam pad>

Een alternatief en alle eraan gekoppelde secundaire (of slaaf-)koppelingen
verwijderen. I<naam> is een naam in de alternatievenmap en I<pad> is een
absolute bestandsnaam waaraan I<naam> gekoppeld zou kunnen zijn. Indien
I<naam> inderdaad gekoppeld is aan I<pad>, dan wordt I<naam> bijgewerkt,
zodat die verwijst naar een ander geschikt alternatief (en wordt de groep
opnieuw in automatische modus geplaatst), of verwijderd als er geen
dergelijk alternatief meer voorhanden is. Gelieerde slaafkoppelingen zullen
navenant bijgewerkt of verwijderd worden. Indien de koppeling momenteel niet
naar I<pad> verwijst, worden geen koppelingen gewijzigd. Enkel de informatie
over het alternatief wordt dan verwijderd.

=item B<--remove-all> I<naam>

Alle alternatieven en alle ermee verbonden secundaire (of slaaf-)koppelingen
verwijderen. I<naam> is een naam in de alternatievenmap.

=item B<--all>

B<--config> uitvoeren op alle alternatieven. Het kan nuttig zijn om dit te
combineren met B<--skip-auto> om alle alternatieven te inspecteren en te
configureren, die niet in automatische modus geconfigureerd zijn. Ook worden
defecte alternatieven getoond. Een eenvoudige manier om alle defecte
alternatieven te repareren is dus het aanroepen van B<yes '' |
update-alternatives --force --all>.

=item B<--auto> I<naam>

De koppelingengroep achter het alternatief voor I<naam> omschakelen naar
automatische modus. In dit proces worden de hoofdkoppeling en zijn
slaafkoppelingen bijgewerkt zodat ze verwijzen naar de geïnstalleerde
alternatieven met de hoogste prioriteit.

=item B<--display> I<naam>

Informatie over de koppelingengroep tonen. De getoonde informatie bevat de
modus van de groep (auto of manueel), de hoofdkoppeling en de
slaafkoppelingen, het alternatief waarnaar de hoofdkoppeling momenteel
verwijst, de andere alternatieven die beschikbaar zijn (en hun
overeenkomstige slaaf-alternatieven) en het momenteel geïnstalleerde
alternatief met de hoogste prioriteit.

=item B<--get-selections>

Alle namen opsommen van de hoofdalternatieven (die welke een
koppelingengroep controleren) en hun status (sinds versie 1.15.0). Elke
regel kan tot 3 velden bevatten (door één of meer spaties van elkaar
gescheiden). Het eerste veld is de naam van het alternatief. Het tweede is
de status ervan (ofwel B<auto> ofwel B<manual>). Het laatste bevat het
momenteel gekozen alternatief (let op: dit is een bestandsnaam en kan dus
spaties bevatten).

=item B<--set-selections>

Op standaardinvoer configuratie voor alternatieven lezen in de door
B<--get-selections> gegenereerde indeling en deze dienovereenkomstig
herconfigureren(sinds versie 1.15.0).

=item B<--query> I<naam>

Informatie weergeven over de koppelingengroep zoals B<--display> dat doet,
maar dan op een manier die door een machine ontleed kan worden (sinds versie
1.15.0, zie hierna bij het onderdeel B<INDELING GEGEVENSOPVRAGING>).

=item B<--list> I<naam>

Alle doelen van de koppelingengroep weergeven.

=item B<--config> I<naam>

De beschikbare alternatieven voor een koppelingengroep tonen en de gebruiker
toelaten om interactief te selecteren welke er gebruikt moet worden. De
koppelingengroep wordt bijgewerkt.

=item B<--help>

Info tonen over het gebruik en afsluiten.

=item B<--version>

De versie tonen en afsluiten.

=back

=head1 OPTIES

=over 

=item B<--altdir> I<map>

Duidt de alternatievenmap aan als die anders dan de standaard moet
zijn. Standaard is dit «I<%CONFDIR%/alternatives>».

=item B<--admindir> I<map>

Specificeert de administratieve map als die anders dan de standaard moet
zijn. Standaard is deze «I<%ADMINDIR%/alternatives>»

=item B<--instdir> I<map>

Specificeert de installatiemap waar alternatievenkoppelingen gecreëerd
zullen worden (sinds versie 1.20.1). Standaard is dat «».

=item B<--root> I<map>

Specificeert de basismap (sinds versie 1.20.1). Hiermee worden ook de
alternatieven, installatie- en administratieve mappen aangepast. Standaard
is deze «».

=item B<--log> I<bestand>

Duidt het logbestand aan (sinds versie 1.15.0) als dat anders dan de
standaard (%LOGDIR%/alternatives.log) moet zijn.

=item B<--force>

Toestaan om een echt bestand te vervangen of te verwijderen dat
geïnstalleerd is waar een alternatievenkoppeling geïnstalleerd of verwijderd
moet worden.

=item B<--skip-auto>

Voor alternatieven die in automatische modus behoorlijk geconfigureerd zijn,
de configuratievraag overslaan. Deze optie is enkel relevant in combinatie
met B<--config> of B<--all>.

=item B<--quiet>

Geen commentaar genereren tenzij er zich fouten voordoen.

=item B<--verbose>

Meer commentaar genereren bij wat er gedaan wordt.

=item B<--debug>

Zelfs nog meer commentaar genereren bij wat er gedaan wordt, nuttig bij het
debuggen (sinds versie 1.19.3).

=back

=head1 AFSLUITSTATUS

=over 

=item B<0>

De gevraagde actie werd succesvol uitgevoerd.

=item B<2>

Er deden zich problemen voor tijdens het ontleden van de commandoregel of
het uitvoeren van de actie.

=back

=head1 OMGEVING

=over 

=item B<DPKG_ADMINDIR>

Indien dit ingesteld is en de optie B<--admindir> niet opgegeven werd, zal
dit gebruikt worden als de administratieve basismap.

=back

=head1 BESTANDEN

=over 

=item I<%CONFDIR%/alternatives/>

De standaardmap voor alternatieven. Kan gewijzigd worden met de optie
B<--altdir>.

=item I<%ADMINDIR%/alternatives/>

De standaardmap voor beheersdoeleinden. Kan gewijzigd worden met de optie
B<--admindir>.

=back

=head1 INDELING GEGEVENSOPVRAGING

De indeling die gebruikt wordt bij B<--query> is een RFC822-achtige vlakke
indeling. Ze bestaat uit I<n> + 1 blokken, waarbij I<n> het aantal
beschikbare alternatieven is uit de opgevraagde koppelingengroep. Het eerste
blok bevat de volgende velden:

=over 

=item B<Name:> I<naam>

De naam van het alternatief in de alternatievenmap.

=item B<Link:> I<koppeling>

De algemene naam van het alternatief.

=item B<Slaves:> I<lijst-van-slaven>

Als dit veld aanwezig is, bevatten de B<volgende> regels alle
slaaf-koppelingen die gelieerd zijn met de hoofdkoppeling van het
alternatief. Per regel wordt één slaaf vermeld. Elke regel bevat één spatie,
de algemene naam van het slaaf-alternatief, opnieuw een spatie en het pad
naar de slaaf-koppeling.

=item B<Status:> I<status>

De status van het alternatief (B<auto> of B<manual>) (automatisch of
manueel).

=item B<Best:> I<beste-keuze>

Het pad naar het beste alternatief voor deze koppelingengroep. Komt niet
voor als er geen alternatieven beschikbaar zijn.

=item B<Value:> I<momenteel-geselecteerd-alternatief>

Het pad naar het momenteel geselecteerde alternatief. Het kan ook de
magische waarde B<none> hebben. Die wordt gebruikt als de koppeling niet
bestaat.

=back

De andere blokken geven de beschikbare alternatieven weer in de opgevraagde
koppelingengroep:

=over 

=item B<Alternative:> I<pad-van-dit-alternatief>

Het pad naar het alternatief uit dit blok.

=item B<Priority:> I<waarde-van-prioriteit>

De prioriteitswaarde van dit alternatief.

=item B<Slaves:> I<lijst-van-slaven>

Als dit veld voorkomt, bevatten de B<volgende> regels alle
slaaf-alternatieven die gelieerd zijn aan de hoofdkoppeling van het
alternatief. Per slaaf wordt één regel gebruikt. Elke regel bevat één
spatie, de algemene naam van het slaaf-alternatief, opnieuw een spatie en
het pad naar het slaaf-alternatief.

=back

=head2 Voorbeeld

 $ update-alternatives --query editor
 Name: editor
 Link: /usr/bin/editor
 Slaves:
  editor.1.gz /usr/share/man/man1/editor.1.gz
  editor.fr.1.gz /usr/share/man/fr/man1/editor.1.gz
  editor.it.1.gz /usr/share/man/it/man1/editor.1.gz
  editor.pl.1.gz /usr/share/man/pl/man1/editor.1.gz
  editor.ru.1.gz /usr/share/man/ru/man1/editor.1.gz
 Status: auto
 Best: /usr/bin/vim.basic
 Value: /usr/bin/vim.basic

 Alternative: /bin/ed
 Priority: -100
 Slaves:
  editor.1.gz /usr/share/man/man1/ed.1.gz

 Alternative: /usr/bin/vim.basic
 Priority: 50
 Slaves:
  editor.1.gz /usr/share/man/man1/vim.1.gz
  editor.fr.1.gz /usr/share/man/fr/man1/vim.1.gz
  editor.it.1.gz /usr/share/man/it/man1/vim.1.gz
  editor.pl.1.gz /usr/share/man/pl/man1/vim.1.gz
  editor.ru.1.gz /usr/share/man/ru/man1/vim.1.gz

=head1 DIAGNOSTIEK

Als B<update-alternatives> gebruikt wordt met B<--verbose>, dan ratelt het
onophoudelijk over zijn activiteiten op zijn standaard uitvoerkanaal. Indien
er zich problemen voordoen, produceert B<update-alternatives> foutmeldingen
op zijn standaard foutkanaal en geeft het een afsluitstatus 2 terug. Deze
diagnostiek zou eenvoudig te verstaan moeten zijn. Mocht u dit niet vinden,
gelieve dat dan als een bug te rapporteren.

=head1 VOORBEELDEN

Er zijn verschillende pakketten die een teksteditor leveren die compatibel
is met B<vi>, bijvoorbeeld B<nvi> en B<vim>. Welke er gebruikt wordt, wordt
geregeld door de koppelingengroep B<vi>, die koppelingen bevat naar het
programma zelf en naar de ermee verband houdende man-pagina.

Om weer te geven welke beschikbare pakketten B<vi> leveren en wat de huidige
instelling ervoor is, gebruikt u de actie B<--display>:

=over 

 update-alternatives --display vi

=back

Om een specifieke B<vi>-toepassing te kiezen, gebruikt u als
systeembeheerder dit commando en vervolgens kiest u een nummer uit de lijst:

=over 

 update-alternatives --config vi

=back

Om terug te keren naar een situatie waarbij de B<vi>-toepassing automatisch
gekozen wordt, doet u als systeembeheerder dit:

=over 

 update-alternatives --auto vi

=back

=head1 ZIE OOK

B<ln>(1), FHS (the Filesystem Hierarchy Standard - de standaardisatie van
bestandsorganisatie en mappenstructuur op unix-achtige systemen).